De rest van mijn semester speelt zich af aan de andere kant van Umea, en aan de andere kant van de klas: ik heb nu een dikke zes weken stage in de Västergårdskola, een "lagere school", maar dat is hier voor kinderen van 6 tot 15 jaar. Wij (Nicklas de Zweed en ik) staan blijkbaar bij alle leeftijden, en de bedoeling is dat we vooral observeren, en naar het einde toe zelf enkele lessen geven. Tenminste, dat dacht ik.
We kwamen aan rond kwart na acht 's morgens (uitslapen zal er hier de komende weken niet inzitten) en ontmoetten Mattias, de muziekleraar. Nicklas kende de school van vorig semester, dus een rondleiding was niet nodig. Mattias legde ons vijf minuten uit wat het schema was, toonde ons wat werkblaadjes op de computer, en vertrok dan op een dag ouderschapsverlof. Weg leraar. Springen, en zwemmen maar.
Op mijn twee blote knieën moet ik Nicklas danken omdat hij de eerste les bijna volledig in handen heeft genomen. Een van de dingen die ik nog herinner van het project in Hongarije is hoe belangrijk taal is bij het lesgeven, en dat bleek ook hier weer. Als niet-Zweed is het echt moeilijk om in het Engels iets uit te leggen, omdat het je eigen taal niet is, het is niet de taal van de leerlingen en ze zijn bovendien helemaal geen Engels in de les gewoon. Ik heb me beperkt tot wat bordschrijven en piano spelen. In de namiddag splitsten we ons op, en heb ik mijn beste Zwengels bovengehaald om in mijn groep toch wat drumles te geven. Donderdag hebben we een les met het tweede leerjaar, ik denk dat ik mijn Zweeds hier nog héél hard ga nodig hebben...
Maar jongens, wat een infrastructuur! De Västangårdschool heeft niet gewoon een muzieklokaal, maar een hele muziekkelder. Drie ensemblelokalen met piano's, gitaren, een bas, een elektrische drum, micro's en mengpanelen, een extra pianolokaal, enkele bergruimtes, een kantoortje, en een comfortabele keuken met zetels. Het is bijna niet te geloven. En wanneer je door de gang loopt, hangen daar nog eens vijftien extra gitaren, ik denk voor in het geval alle leerlingen er drie tegelijk moeten bespelen.
Zweedse kinderen hebben trouwens geen enkel idee van waar België ligt, of welke taal ze daar spreken. Als ik zeg dat ik nederländska spreek, zijn ze zwaar onder de indruk en moet ik allerlei woorden voor hen vertalen, zoals hej (hallo), bil (auto), larv (larve) en multiplikationstabellen (tafels van vermenigvuldiging, maar de uitspraak is nog niet perfect).
Morgen is Mattias terug, en gaan we het toch iets georganiseerder moeten aanpakken. Binnenkort meer nieuws, maar nu eerst een beetje bekomen...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten